Beplanken van dekken.
De kleur van de dekken was meestal zeer licht.
Dekken werden vroeger uit eik, iep of den gemaakt. De voorkeur ging
naar iep omdat dit niet splinterd maar in grote brokken breekt als
het geraakt werd door een geschutskogel. Eik gaf venijnige spinters
die menige ader hebben doorgesneden. Voor ons modelbouwers kun je
het best linden of berk nemen voor je dekken. Wil je eik nabootsen
dan moet je zoeken naar tamme-kastanje. In de loop der eeuwen
varieerde de afmetingen nogal sterk. Voor de 16e Eeeuw was de
breedte van de dekplanken nog 30 -40 cm. In de 17e eeuw 20-40 cm. In
de 18e eeuw was dat al 20-30 cm. Terwijl het in het begin van de 19e
eeuw nog maar 15-20 cm. was en in de tweede helft van de 19e eeuw
nog maar 10 - 15 cm.
De lengte was ook telkens korter naargelang
de eeuwen voorbijkwamen. Was het in het begin nog 9m. op het einde
van de 19e eeuw was het nog maar 6m. Nu mag men al blij zijn als je
een plank vind van meer dan 3.6 m.
Vergeet niet dat je ook de kopse kanten van je dekplanken ook moet
voorzien van iets dat breeuw naden naboost.
Over het juiste systeem op de dekken is voor wat betreft de Continentale schepen veel onduidelijkheid. Meestal is er voor de continentale schepen geen systeem. Lange smalle planken naast korte breede kan. Op deze schepen lijkt het dus dat de dekken werden dicht gelegd met alle beschikbare planklentes door elkaar.
In Engeland & Frankrijk was dat anders. Meetal werd er voor een handelsvaartuig een 3-delinge verdeling aangenomen. Voor de schepen van de navy was het voorschrift dat het een 4-delen verdeling moest wezen.
Begin steeds met de koningplank (als ze aanwezig is of anders met de schaarstokken of de dekplank die in het midden van het schip ligt. Deze plank is niet geschilderd. Dan komen aan weerszijden pas de dekplanken. De geschilderde zijde van de dekplank ( de simu breeuwnaad) komt dan tegen de koningplank. De stuiten van een plank lagen altijd op een dekbalk zodat de andere aansluitende stuit ook op dezelfde dekbalk kon liggen.
3-delen
verdeling.
Men noemt het drie rdelig omdat er tussen de kopse kant van een
dekplant, bevestigd op dezelfde dekbalk er steeds 3 planken tussen
liggen.
Meestal gebruikt voor handelsvaartuigen.
4-delen
verdeling.
Men noemt het vierdelig omdat er tussen de kopse kant van een
dekplant, bevestigd op dezelfde dekbalk er steeds 4 planken tussen
liggen.
Meestal gebruikt voor Marine schepen.
Even meer uitleg over de verdeling .
Je werkt van de kant van de achtersteven naar de richting van de
voorsteven en vanuit het midden naar de verschansing toe. EErst wel op
je dek de hartlijn uitzetten. Zet ook haakse lijnen vanuit deze
hartlijn uit. Doe dat telkens op een afstand gelijk aan de lengte van
je huidplank.
Vanuit de koningsplank gezien liggen de linker en rechterkant in
spiegelbeeld.
- Je eerste plank naast de koningsplankbegint tegen het dwarsschot.
- Je tweede plank verspringt 2/5 van de lengte van de dekplank. (Hier
moet je dus een stukje tussen het dwarsschot van 2/5v.d. lengte tussen
leggen.)
- Je derde plank verpringt weer 2/5 t.o.v. je tweede dekplank. (Hier
moet je dus een stukje tussen het dwarsschot van 4/5 v.d. lengte
tussen leggen.)
- Je vierde plank moet ook weer 2/5 t.o.v. de derde plank verspringen.
(Hier moet je dus een stukje tussen het dwarsschot van 1/5 tussen
leggen.)
- Je vijfde plank moet ook weer 2/5 t.o.v. de vierde plank
verspringen. (Hier moet je dus een stukje tussen het dwarsschot van
3/5 tussen leggen.)
-je zesde plank is dan weer gelijk aan je eerste plank.
Daarna is het gewoon aansluiten ,naar de boeg toe met volle lengtes
van dekplanken. Bij het voorste dwarsschot moet je dus opvullen .
6-delen
verdeling.
Dit is een speciale dekverdeling, in gebruik bij de franse
marine in de 18e eeuw.
Houten pennen in je dekplanken.
Daar ook kan je verschillende werkwijzen toepassen. Heb je een iet of
wat kleine schaal. kan je gaatjes boren in de dekplanken. Die b.v.
vullen met de gedroogde pinnen van de bolsters van tamme kastagne of
met de puntjes van houten tandenstokers. Vergeet niet van die punten
even in de lijm te doppen. Na drogen kan je afknippen, gelijksnijden,
schuren, schrapen.
Een ander metrhode bestaat eruit van met een scherp potlood gaatjes in
de planken te prikken.
Let erop dat bij de kopse kanten er steeds twee pennen in een plank liggen, evenwijdig met de kopse rand. Bij de stuit zitten er dus 4 pennen in een dekbalk. Bij de tussenliggende bevestigingen zitten er maar twee pennen in idere dekplank/dekbalk en wel schuin geplaatst t.o.v. elkaar
Schuren.
Vooral bij het schuren van dekken zullen er problemen onstaan als de richting voor alle delen niet dezelfde is. Het is echter niet van belang of de draad van het hout vaar voren of naar achteren wijst. Het is ook al meermalen gezegd. schuren kan er de oorzaak van zijn dat je het materiaal dat je gebruyikt voor je breeuw naden in de planken druk en dus een iets donkerder of een dek met zwarte stippen bekomt. Zolang je de dekken niet behandeld met olie of vernis zal je dat niet zozeer merken. maar eenmaal geversnist of geolied, kan je niet meer terug en valt dat schuurstof eens ze hard op.
Schrapen.
Dit hulpmiddel, gereedschap, is gemakkelijk te maken en kan in
gereedschap winkels en ‘DIY’ worden gekocht. Om zelf een schraper te
maken, selecteer een stuk bladmetaal of dun plaatstaal, onder 1.5 mm.
dik. Vijl of slijp de rand onder 90 graden aan de brede kanten.
Een gerolde rand zal zich, vooral bij het slijpen, moeten vormen.
Verwijder de rand, maar rond niet af. Het is de “rand“ die het werk
doet.
Houdt het blad in de werk-richting. Wees voorzichtigheid om het
oppervlak vlak te houden. Een ongelijk; hobbelig oppervlak kan
voortvloeien uit het verkeerd overhellen.
Het maken van uw eigen schraper laat u toe om de breedte en de vorm,
die u maar kunt wensen, zelf te ontwerpen. De brede bladen, gebogen
vormen, convex en concave snijkanten - de mogelijkheden zijn
onbegrensd.
Zelf gebruik ik 2mm. vlak glas en stukken onder deze dikte
om mijn schrapers te maken.
De schroot-stukken betrek ik van een lokale glas en
vensterinstallateur of van een kader-winkel. Je kan dunnere stukken
voor kleine werkjes gebruiken. Het glas wordt in een vlak houten
handvat gehouden dat in epoxy is gevat. Er is geen behoefte om dit
type van schraper te scherpen, en de kosten zijn zo laag dat als u het
laat vallen of breekt, je het eenvoudig kunt wegwerpen.
Hebt u een hoeveelheid van oude verwijderbare snijmessen? U kunt hen als schrapers gebruiken. Wees weer voorzichtig bij het werken ermee. De oude bladen zouden te bot zijn om behoorlijk te snijden, maar u moet hen zorgvuldig gebruiken omdat de snijkant uiterst dun is. Vergeet niet die scherpe hoeken even af te ronden. Anders ga je gegarandeerd voren trekken in je houtwerk.
Het
algemene gebruik en de actie van het schaven, zoals die in de tekening
worden weergegeven, zijn algemeen bekend en vallen onder het begrip
“boerenverstand”
Schaaf vanaf de vaste voorwerpen, zoals dekluiken of dekhuizen. Deze
methode verhindert de opbouw tegen de structuur en het later
moeilijke schoonmaken.
De delen in de tekening, gemerkt van A tot D, zullen
tonen u hoe het dunne blad van een schraper, vastgezet in een handvat,
te houden. Zoals eerder besproken, kunt u vlakke schrapers leiden
,door het gebruik van een vinger of twee, om een benedenwaartse
druk te handhaven.
Een overhellende snijkant in de richting van de beweging, Fig-A,
resulteert in springen. Dit kan en zal de oppervlakte, soms niet meer
te herstellen, uithollen.
Het blad dat op een verticale wijze wordt gehouden, Fig.-B, zal
te diep snijden.
Fig.-C en Fig.-D wijzen op de juiste hoek voor het schaven zowel bij
links of rechts schaven. De gestipte lijn geeft het verticale
vlak aan.
Veronderstel de benodigde hoek altijd in de zin van de beweging.