Tips bij schilderen.
Het belangrijkste bij schilderen is ervaring. Dan worden de mooiste resultaten bereikt. Helaas gaat ervaring weer verloren als er niet regelmatig geschilderd wordt. Het is moeilijk specifieke aanwijzingen te geven, wel enige tips.
Penselen en
kwasten.
Gebruik een goede kwaliteit kwast en penseel. Gebruik de juiste kwast
of penseel voor het juiste werk: oppervlakken met een kwast bv. Nr. 5,
detailwerk met 000 tot 1, het trekken van lijnen en letters met een
zgn. letterzetter of biezentrekker (penseel met hele lange haren) of
met een trekpen. Gebruik aparte penselen voor bijv. zilververven, want
in de penseel achtergebleven verfrestjes van deze kleuren kunnen ander
schilderwerk behoorlijk verknoeien.
Verf roeren.
Roer de verf altijd goed door (5 minuten). Gebruik hiervoor bij
voorkeur metalen stokjes. Geen houtjes daar kunnen splinters van in de
verf komen. Geen plastic gebruiken, dit kan oplossen en de verf
verknoeien. De meeste matte verf is makkelijker te roeren als het
blikje tevoren even stevig wordt geschud, sommige verf kan hier niet
tegen (bv Tamiya Acryl !).
Bij matte verf die lang heeft gestaan eerst de pigmentlaag losroeren,
dan blikje goed sluiten en stevig schudden en daarna nogmaals goed
roeren. Bewaar de roerstokjes na gebruik (schrijf het nummer van de
verf op de achterkant van het stokje). De gebruikte stokjes zijn ook
makkelijk om verfkleuren te vergelijken en als referentie later.
Verfpotjes
schoonhouden.
Maak er een gewoonte van om dopjes, dekseltjes en sluitrandjes na het
openen van een verfpotje direct schoon te vegen. Voor alle verf geldt
dat de oplosmiddelen verdampen zolang het aan lucht blootgesteld
wordt. Giet dus bij voorkeur na het roeren een beetje verf over in een
bakje of spuitbeker en sluit het potje daarna weer af. Het afgesloten
potje even ondersteboven houden, zodat de verf in eventuele randjes
rond de deksel kan kruipen, dit voorkomt uitdrogen. Een kommetje van
aluminiumfolie in een dop gedrukt kan ook dienst doen om de verf
tijdens het schilderen in te doen, te mengen en te verdunnen. Dit kan
bij onderbrekingen worden dichtgevouwen. Om de penseel tijdens het
schilderen uit te spoelen (om indrogen te voorkomen!) is een klein
bakje met schone verdunner nodig.
Verfpotjes
bewaren.
Om verf lang te kunnen bewaren moeten potjes en blikjes luchtdicht
afgesloten worden. Rond de afdichting kan gesmolten kaarsvet worden
aangebracht. Houd een brandende kaars boven de rand van het potje en
laat het kaarsvet om de rand druppelen. Denk om het brandgevaar bij
dit werkje: zorg dat er geen lijm of verfverdunner open in de buurt
is. Bij glazen potjes geen waxine gebruiken want dit hecht niet goed
op glas. Bedenk dat verfpotjes alleen lang te bewaren zijn als ze
minstens half vol zijn, anders zit er voldoende lucht in het potje om
de verf te laten indrogen.
Van een aantal soorten metaalverf (zoals Humbrol MetalCote, Gunze
Sangyo Mr MetalColor) verdampen de oplosmiddelen zo snel dat langdurig
bewaren vrijwel niet mogelijk is.
Camouflage
hulplijnen.
Bij het schilderen van camouflage is een schema rondom nodig. Deze kan
aan de hand van foto's zelf gemaakt worden. Teken het model van alle
kanten na. Doe dit schematisch en breng alleen die details aan die
houvast bieden bij de verdeling van de kleuren. Met overtrekpapier een
zijaanzicht van de bouwbeschrijving overnemen kan ook, papier
omdraaien geeft de andere kant. Arceer nu met potlood de verschillende
kleuren in de schema's.
Bij ingewikkelde camouflagepatronen kunnen dunne lijntjes getrokken
met een hard potlood (HB of H) op het model helpen bij het bepalen van
de contouren. Pas op met zachte potloden, de lijnen kunnen dan door de
verf heen zichtbaar worden.
Schilderen.
Begin bij overlappend schilderwerk altijd met de lichtste kleuren. Een
grondlaag (wit of lichtgrijs) levert vaak een beter resultaat op,
vooral over geplamuurde delen. Begin op een hoek van het model en werk
zo de eerste kleur af. Als de verf niet goed dekt, kunnen beter enkele
dunne lagen over elkaar worden aangebracht (tussentijds goed laten
drogen) dan een enkele dikke laag.
Droogtijd
Laat verf altijd goed drogen, dus 24 uur voor matte verf en 48 uur
voor glansverf is het minimum. Denk om een stofvrije ruimte
(bijvoorbeeld vitrinekast, geen kartonnen doos!) Voor Acryl gelden nog
andere droogtijden.
Grondverf.
Laagje primer : Floquil – Tamiya – Humbrol leveren diverse primers
voor modelbouw afhankelijk van de gebruikte materialen. Ik gebruik
Artist-Acryl verf in de airbrush en het werkt prima. Indien je
inderdaad de echte Artist kwaliteit gebruikt ( Deze voor
kunstschilders in tuben) dan moet je in staat zijn deze te verdunnen
voor gebruik in een airbrush. Indien je enkel water gebruikt voor de
verdunning, ga je problemen krijgen met klonteren aan de top van de
airbrush. Gebruik sommige acryl mediums geschikt voor airbrush. De
meeste fabrikanten van verfmateriaal hebben dit in hun programma, en
verdun daarmede in een verhouding 50% verf en 50% medium. Ook gebruik
van een "Flow-release" medium om de verf vloeibaarder te maken.
Ook neem ik de verf uit de tubes en doe ze in kleine plastic flacons.
(Sommige haarkleurmiddelen hebben daar ideale flacon’s voor met een
spuitmondje.). Daarmede is een betere verdeling van de verf te
bekomen. De verf uit de tubes word gemengd in een glazen potje, met
een beetje gedistilleerd water, wat medium en flow-release totdat ik
een samenstelling krijg die zo vloeibaar is als melk. Zorg dat je niet
teveel verdunt, anders verkrijg je te veel verzadiging. Daarna
pers–filter ik de verf door een stukje nylon-kous in de plastic
potjes. Zo bekom ik klaar voor gebruik acrylverf voor een airbrush.
Verbeteren van foutjes.
Bijspuiten van een lelijk plekje op een model:
Neem een stuk tekenpapier knip hierin een klein rond gaatje, houd dit
vlak boven de lelijke plek en spuit de verf er (haaks) doorheen.
Kleine naadjes zijn (na het schilderen) nog op te vullen met gekleurde
boetseerwas. De goedkope soorten werken vaak het beste (niet zo
vettig). De was is in de kleur te mengen. Overtollige was wegpoetsen
met tissue of doekje.