Camera - Opstelling.
Een goede opstelling is het halve werk. Als je bij ieder model dat je
wilt fotograferen het ronde wiel opnieuw gaat uitvinden wordt het
fotograferen en nabewerken van de foto's wel een lastige en vervelende
karwei. Het beste zou zijn dat je de opstelling permanent kan maken.
Wie dat echter niet kan doet er echter goed aan om over zijn
tijdelijke opstelling goed na te denken want de kwaliteit van de
foto's zijn direct afhankelijk van dit. (Ik ben zelf ook niet in de
gelukkige omstandigheden dat ik mijn opstelling kan laten staan.)
De opstelling die ik hier voorstel is zodanig gekozen dat het een
goedkope opstelling is en dat het materiaal gemakkelijk verkrijgbaar
zijn. Tevens is het voor mij belangrijk dat ik de foto's binnenshuis
kan maken. Op basis van die criteria geef ik u een voorstel van
opstelling.
Wat zit er in een opstelling?
a. Een ondergrond en achtergrond waarin je model komt te staan.
b. Een lichtbron die voor voldoende belichting van je onderwerp zorgt.
c. Een stabiele camerapositie.
Bekijken we ieder onderdeel even in detail.
Fig 1.1 |
Fig 1.2 |
Zet je model in het midden op een tafel en je camera op een statief.
Kijk door de zoeker van je camera naar je model. En zoek de goede
plaats voor je camera zodat je model volledig in de zoeker past. Vraag
aan een vriend van je even te helpen. Laat ze een blik of een kop
plaatsen, zodat het blik past in de linker-rechter- boven en onderhoek
van je zoeker. (zie Fig 1.1)
Fig1.2 is het bovenzicht. De gestippelde rechthoek is de minimum
afmetingen die je moet hebben voor de ondergrond van je model.
De ondergrond en achtergrond kan vrij simpel gemaakt worden met behulp
van gekleurd dun papierkarton. Neem hiervoor minstens 2 vellen A2
papier in een achtergrondkleur naar smaak. Hobbyzaken, tekengerief
winkels hebben een ruime sortering van dit papier. Voor een neutrale
en vooral praktische achtergrond kies je het beste grijs of lichtblauw
papier. Door de A2 vellen aan elkaar te bevestigen krijg je een flink
stuk papier dat zowel als achter - en ondergrond kan dienen. Bevestig
de A2 vellen alleen aan de achterzijde en niet aan de voorzijde.
Gebruik tape voor het vastplakken van de vellen en geen lijm want dat
kan vlekken aan de voorzijde veroorzaken! Leg het papier zodanig dat
je geen strakke vouwen krijgt.
Ik zelf heb gekozen voor een achter - ondergrond uit een lap licht
blauw katoen van 2m. Lengte en 1.20m breedte. Het wordt opgerold op
een kartonnen koker.
Hieronder staan een aantal foto's van de binnenshuis-opstelling die ik
gebruik.
Fig 2.1 |
Fig 2.2 |
Fig 2.3 |
In Fig. 2.1 en Fig 2.2 is de onder- en achtergrond duidelijk te zien.
De belichting.
In Fig.2.3 bemerk je dat er meerdere lichtbronnen zijn geplaatst. De
gekozen lichtbronnen zijn goedkope halogeenlampen die je voor ongeveer
6 € bij een willekeurige ‘Doe-het zelf winkel’ kunt kopen. Deze lampen
worden normaal gebruikt als buitenlampen. Ik heb voor lampen van
150W/220V gekozen.
Twee lampen worden aan beide zijden van het model geplaatst en de
derde zorgt voor de verlichting van boven. Ik kies voor meerdere
lampen omdat met een enkele lamp vaak vervelende en scherpe schaduwen
naast of op je model vallen. Door meerdere lampen te gebruiken vallen
de ergste schaduwen vanzelf weg.
Een gunstig alternatief, als je geen zin in lampconstructies hebt, is
het fotograferen in de frisse buitenlucht. Maak buiten een
gelijksoortige opstelling met papierkarton en laat de zon dan voor
natuurlijke belichting zorgen. Let op: kies voor lichtbewolkt weer
want in de felle zomerzon krijg je uiteraard ook nare schaduwen.
Zoals je in Fig 2.3 kunt zien zijn de zijdelingse lampen voorzien van
bakpapier. Het bakpapier zorgt voor een diffuus licht en anderzijds
wordt een deel van de hitte van de lampen van het model weggehouden.
Diffuus licht is bij kunstmatige belichting belangrijk.
Een waarschuwing: dit type lampen wordt bijzonder warm! Dit is ook de
reden dat ik voor wit bakpapier en geen ander transparant papier heb
gekozen. Het is namelijk lichtdoorlatend en kan tegen hoge
temperaturen.
En m'n flitser dan?
Waarom niet de ingebouwde flitser van de camera gebruiken? Je zou
inderdaad de ingebouwde flitser kunnen gebruiken, echter deze heeft
een aantal nadelen. Ten eerste fotografeer je van heel dichtbij en
omdat de flitser in een digitale camera recht naar voren flitsen wordt
je model in een zee van licht gezet. Zo sterk dat iedere kleurnuance
verloren gaat en er hele harde schaduwen in je model ontstaan. Direct
flitsen kun je omzeilen door bijvoorbeeld de kracht van de flitser af
te zwakken. Een trucje, die vroeger nog wel eens werd gebruikt was het
vochtig maken van een vloeitje en daarmee de flitser af te plakken.
Hierdoor krijg je een soort van lichtfilter op de flitser.
Het laatste nadeel van een flitser is het accuverbruik. Bij veelvuldig
flitsen raakt de accu van uw camera snel uitgeput en continu accu's
wisselen en opladen is ook niet echt prettig. De aanschaf van een
reserve accu kan een kostelijke zaak zijn bij sommige compact
camera's.
Wat beter werkt is indirect flitsen. Iedereen heeft wel eens pasfoto's
laten maken en gezien hoe de fotograaf zijn flitsers gebruikt. Dit
zijn professionele flitsers die op een statief staan, van het object
af flitsen en het flitslicht wordt weerkaatst door middel van een
flitsparaplu. Een soortgelijke constructie kan je natuurlijk met wit
papier en/of alu-folie na bouwen.
Camerastatief.
Het laatste maar zeer zeker niet het onbelangrijkste is een
camerastatief. Het statief zorgt voor een stabiele camerapositie wat
bewegende en dus onscherpe foto's voorkomt. Als je niet over een
statief beschikt leg dan je camera op een dik boek of op enkele
plankjes of een blokje hout waardoor je toch de juiste stabiele hoogte
voor je camera krijgt. Fotograferen uit de hand is mogelijk als de
sluitertijd kleiner dan 1/125 seconden is. Omdat we modellen van
dichtbij fotograferen moet je rekening houden met bewegingen. Tevens
zul je zien dat de sluitertijden met halogeen licht langer duren dan
1/125 seconden en dan wordt een statief erg belangrijk.