Reinigen van verf opp. & Verwijderen van verf - Vanuit de prof. hoek bekeken.
Als oudere modellen worden opgeknapt, dan kunnen de verflagen verwijderd worden, zonder schade aan te brengen aan het oppervlak.
Oplosprocédé.
Tijdens het oplossen van een verflaag worstelen, figuurlijk gesproken,
de moleculen van het oplosmiddel zich tussen de moleculen van de
verflaag door en halen deze uit hun vaste structuur. Daarbij dringt
het oplosmiddel de verflaag binnen, door in eerste instantie, door de
buitenste laag te dringen en vervolgens (afhankelijk van de
hoeveelheid oplosmiddel en tijd) de hele laag en de daar onderliggende
verflaag te laten zwellen. Als het oplosmiddel niet in staat is de
vaste molecuul structuur van de verflaag te verbreken, vindt er
een geen zwelling plaats.
Uitlogen.
Het verwijderen van een verflaag met organische oplosmiddelen brengt
altijd onomkeerbare veranderingen teweeg. Een proces van kwellen en
uitlogen ( Leaching) begint, waarbij de in de schilderlaag als
weekmakers dienende verzadigde vetzuren worden losgeweekt. De mate van
uilogen hangt af van het oplosmiddel, van de tijdsduur van het contact
met het oplosmiddel, van de laagdikte en van de soort laag. Bij het
verwijderen van verf moet worden gelet op de zwelling, de mate
van diffusie en de inwerkingsduur van het oplosmiddel.
Oplosmiddel parameter.
De werking van het zwellen kan worden bepaald aan de hand van de
zogenaamde oplosmiddelparameter en de mate van diffusie bij benadering
aan de hand van de viscositeit. De inwerkingsduur is afhankelijk van
het knooppunt van een oplosmiddel. Een oplosmiddel als aceton heeft
een laag kookpunt en daarom verdampt het snel. Aceton kan dus maar
gedurende een korte tijd op een vernis- of verflaag inwerken. De
werking van een oplosmiddel met een hoog kookpunt, zoals
diacetonalcohol, duurt veel langer. Zodoende is het voor een
natuurvernis ‘sterke’ oplosmiddel aceton onder bepaalde omstandigheden
voor de verflaag een ‘lichter’ oplosmiddel dan het, op grond van zijn
kookpunt, ‘lichtere’ diacetonalcohol. Diacetonalcohol lost vanwege
zijn trage verdamping niet alleen de vernislaag op, maar het dringt
ook diep door in de verfstructuur en het werkt er lang in na.
Afhankelijk van ouderdom en structuur vertoont een schilderij veel
overeenkomsten met een poreus lichaam.
Penetratie van oplosmiddelen.
Bij elke reiniging dringt (penetreert) het oplosmiddel in de
schilderijstructuur door. De mate van binnendringen, de zogeheten
oplosmiddelenpenetratie, hangt af van de structuur, de ouderdom en de
staat van behoud van het schilderij, de capillariteit van de
schilderlaag, de mate waarin het schilderijoppervlak bevochtigd
kan/mag worden, de oppervlaktespanning, het vleigedrag (Viscositeit)
en het kookpunt van het oplosmiddel.
Oplosmiddelen die tot in de structuur van het schilderij zijn
doorgedrongen, hebben enige tijd nodig om weer te verdampen. De
benodigde tijd richt zich naar het kookpunt van het oplosmiddel en de
retentie ervan, met andere woorden naar de weerstand die het
verdampende oplosmiddel van de verflaag ondervindt.
Retentie van oplosmiddelen.
Oplosmiddelen hebben sterke, een middelmatige of een zwakke retentie.
Tot de groep van oplosmiddelen met een zeer sterke retentie behoren
ethyleenglycol, burylamine, terpentijn, cyclohexanol evenals azijnzuur
en mierenzuur. Bij de groep met een sterke retentie horen
diacetonalcohol, dimethylformamide en tetrahydrofuraan en bij de groep
met een middelmatige retentie zitten alcoholen, xyleen, ammoniak en
water evenals een groot gedeelte van de ketonen en etsers.
Diëthylether, benzeen, tolueen evenals een groot aantal gechloreerde
koolwaterstoffen, horen tot de groep met een lage retentie.
Oplosbaarheidparameter.
De oplosbaarheidparameter is de waarde waarin de intermoleculaire
aantrekkingskrachten van een oplosmiddel respectievelijk een polymere
stof worden uitgedrukt. Elk oplosmiddel en, voorzover dat is te
berekenen, elke polymere stof kent een dergelijke waarde.
Om de oplosbaarheid van verschillende stoffen kwantitatief te kunnen
bepalen, is de zogeheten cohesie densiteit ( De dichtheid van de
molecuulstructuur als gevolg van de cohesiekracht) ingevoerd als
meetbare grootheid voor het geheel van krachten die tussen de
moleculen werken. De vierkantswortel van de cohesieve energiedichtheid
wordt de oplosbaarheidparameter (∂) genoemd.
De oplosbaarheidparameter van een gedroogde verflaag van lijnolie
(9,”-9,5) is gelijk aan de waarde van het oplosmiddel dat de laag
maximaal heeft doen zwellen.Alle oplosmiddelen met een waarde die
binnen of rond het genoemde bereik ligt, laten een oliegebonden
kleurlaag sterk zwellen. Een aantal vb. hiervan zijn chloroform
(9,3), methyleenchloride (9,7), ethyleendicloride (9,8),
tetrahydrofuraan (9,9) en cyclohexanon (9,9). Oplosmiddelen waarvan de
waarde ver genoeg daaronder of daarboven, vb. In het bereik van 7-8 of
12-13, laten het vernis slechts minimaal zwellen. Dat betekend dus dat
vb. Iso-Octaan (7,3) aan de ene en ethanol (12,7) of methanol
(14,5 aan de andere kant een oliegebonden kleurlaag slechts in geringe
mate doen zwellen
Oplosmiddel |
∂ |
F(d) |
F(p) |
F(h) |
Iso-Octaan |
7,3 |
|
|
|
White spirit |
7,6 |
90 |
4 |
6 |
Terpentijn |
8,5 |
77 |
18 |
5 |
Ethylbenzeen |
8,8 |
87 |
3 |
10 |
Xyleen |
8,8 |
83 |
5 |
12 |
Tolueen(!! Kankerverwekkend) |
8,9 |
80 |
7 |
13 |
Ethylacetaat |
9,1 |
51 |
18 |
31 |
Benzeen |
9,2 |
78 |
8 |
14 |
Diacetonalcohol |
9,2 |
45 |
24 |
31 |
Chloroform |
9,3 |
67 |
11 |
22 |
Trichloorethyleen |
9,3 |
68 |
12 |
20 |
Gedroogde laag verf |
9,3-9,5 |
|
|
|
Methylacetaat |
9,6 |
|
|
|
Methyleenchloride |
9,7 |
62 |
26 |
12 |
Ethyleendicloride |
9,8 |
67 |
19 |
14 |
Tetrahydrofuraan |
9,9 |
55 |
19 |
26 |
Ethyleenglycolmono-ethylether |
9,9 |
42 |
20 |
38 |
Cyclohexanon |
9,9 |
55 |
28 |
17 |
Aceton |
10,0 |
47 |
32 |
21 |
Pyridine |
10,7 |
56 |
26 |
18 |
Isopropylalcohol |
11,5 |
41 |
18 |
41 |
Dimethylformamide |
12,1 |
41 |
32 |
27 |
Ethanol |
12,7 |
36 |
18 |
46 |
Methanol |
14,5 |
30 |
22 |
48 |
Water |
23,2 |
18 |
28 |
54 |
De oplosbaarheidparameter is de waarde waarin de intermoleculaire
aantrekkingskrachten van een oplosmiddel respectievelijk een polymere
stof worden uitgedrukt. Elk oplosmiddel en, voorzover dat is te
berekenen, elke polymere stof kent een dergelijke waarde.
Om de oplosbaarheid van verschillende stoffen kwantitatief te kunnen
bepalen, is de zogeheten cohesie densiteit ( De dichtheid van de
molecuulstructuur als gevolg van de cohesiekracht) ingevoerd als
meetbare grootheid voor het geheel van krachten die tussen de
moleculen werken. De vierkantswortel van de cohesieve energiedichtheid
wordt de oplosbaarheidparameter (∂) genoemd.
”-9,5) is gelijk aan de waarde van het oplosmiddel dat de laag
maximaal heeft doen zwellen.Alle oplosmiddelen met een waarde die
binnen of rond het genoemde bereik ligt, laten een oliegebonden
kleurlaag sterk zwellen. Een aantal vb. hiervan zijn chloroform
(9,3), methyleenchloride (9,7), ethyleendicloride (9,8),
tetrahydrofuraan (9,9) en cyclohexanon (9,9). Oplosmiddelen waarvan de
waarde ver genoeg daaronder of daarboven, vb. In het bereik van 7-8 of
12-13, laten het vernis slechts minimaal zwellen. Dat betekend dus dat
vb. Iso-Octaan (7,3) aan de ene en ethanol (12,7) of methanol
(14,5 aan de andere kant een oliegebonden kleurlaag slechts in geringe
mate doen zwellen.
Met
behulp van de oplosmiddelendriehoek kan meer gericht worden gekozen
voor een oplosmiddel of mengsel waarmee een vernislaag of
overschildering van een olieverflaag moet worden verwijderd. Deze
driehoek mag niet worden gebruikt voor oplosmiddelen waarin zure of
basische componenten zitten en die de los te weken laag chemisch
veranderen.
De oplosbaarheidparameter (∂) is de som van de verschillende tussen de
moleculen werkende aantrekkingskrachten, zoals niet-polaire
dispergeerkrachten (d)polaire dipoolkrachten (p) en
waterstofbruggen(h).
Wanneer met de werking van deze afzonderlijke krachten rekening wordt
gehouden, kan de werking van een oplosmiddel nauwkeuriger worden
bepaald. Hansen heeft deze gegevens voor veel oplosmiddelen empirisch
bepaald of berekend en ze in een driedimensionaal volumediagram
weergegeven. Vanuit de rangschikking in het diagram kan de oplossende
werking van een oplosmiddel nauwkeuriger worden gedefinieerd. Een
nadeel is echter dat deze manier van presenteren onoverzichtelijk is
en moeilijk interpreteerbaar. Tease heeft de eenvoudiger te verklaren
oplosmiddelendriehoek ontwikkeld, door drie nieuwe parameters in te
voeren. (F(d),F(h),F(p) ) met behulp waarvan elk oplosmiddel en
bindmiddel binnen de driehoek een gedefinieerde plaats krijgt
toegewezen.
Elke zijde van de driehoek staat voor een van de genoemde
aantrekkingskrachten: op de onderste zijde staan de niet-polaire
dispergeerkrachten (Fd), op de linkerzijde het gehalte aan
waterstofbruggen (Fh) en op de rechterzijde de polaire dipoolkrachten
(Fp) . In de hier afgebeelde oplosmiddelendriehoek zijn het
oplosbaarheidbereik van
proteïnen(glutinelijm,eiwit,caseïne),polysachchariden (
stijfsel,gommen), wassen, harsen en gedroogde oliën in kleur
weergegeven.
Met behulp van deze driehoek kan de werking van een oplosmiddel op een
bindmiddel (verflaag) worden ingeschat. Naarmate de waarden van een
oplosmiddel dichter bij die van een bindmiddel liggen, neemt de kans
dat het bindmiddel wordt losgeweekt toe.
Tot zover de theorie.
De praktijk. :
- Tamiya acrylverf lost het beste op in spiritus, het model kan
onbeperkt lang liggen weken in een bakje spiritus.
Resten wegpoetsen met een oude tandenborstel. Pas op voor spatten.
- (Zilver)verf is ook van plastic te verwijderen met wasbenzine, maar
pas op dat wasbenzine het plastic oppervlak dof maakt.
- Oplossing van vaatwasmachine wasmiddel. Redelijk voordelig en net zo
effectief als een natronloog oplossing.
Bedenk dat het ook net zo aggressief is als natronloog, dus gebruik
handschoenen en pas op voor spatten.
- Afbijtpasta(oa. Modelstrip). Handig voor het schoonmaken van
gedeelten van een model.
Wees voorzichtig met het gebruik van middelen uit doe-het- zelf zaken.
Duur in gebruik.
- Caustic Soda (natronloog, het belangrijkste bestanddeel van de
meeste gootsteen ontstoppers of oven reinigers).
Een 5% oplossing natronloog weekt een laag matte verf in een uurtje
los, glanslak duurt wat langer.
Laat het model niet te lang weken: plamuur wordt ook aangetast en na
een dagje begint het plastic wat bros te worden.
Gebruik handschoenen, draag een bril en pas op voor spatten.
- Remolie.Dit is agressief spul, wat bovendien water opneemt uit de
buitenlucht en daardoor langzaam zijn werking verliest. Het tast geen
metalen aan, wel de meeste verfsoorten (ook autolak) en na enige tijd
ook de meeste plasticsoorten. Tast ook de huid aan, gebruik liever
andere middelen.
Let op : Haal voor het afbijten met pasta
of natronloog alle 'verchroomde' en metalen delen van het model.
Metalen delen worden lelijk of lossen op (ook aluminiumfolie) en
'chroom' verdwijnt in enkele tellen !!
Zowel spiritus als natronloog oplossingen zijn vaker te gebruiken.
Laat het na gebruik door een trechter met een koffiefilter lopen en
bewaar het in een glazen pot of fles.
Denk aan het milieu.
De beste verf verwijderaars , zoals je uit de tabel kan lezen zijn :
Chloroform : Ideaal voor Acryl verf. Tast spijtig genoeg sterk onze
plastic aan.
Trichloorethyleen : aanwezig in veel "Thinners.
Methylacetaat :
Methyleenchloride :
Ethyleendicloride :